Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten in het lichaam, met diameters variërend van 5 tot 10 micrometer. Aderen daarentegen zijn veel groter, met diameters variërend van 1 tot 2 millimeter.

De reden voor dit verschil in grootte is te wijten aan de verschillende functies van haarvaten en aderen. Haarvaten zijn verantwoordelijk voor de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide tussen het bloed en de weefsels. Deze uitwisseling vindt plaats via de capillaire wanden, die erg dun en doorlaatbaar zijn. Aderen daarentegen zijn verantwoordelijk voor het transport van bloed terug naar het hart. Ze hoeven niet zo dun en doorlaatbaar te zijn als capillairen, omdat ze niet betrokken zijn bij de uitwisseling van gassen.

Bovendien is de druk in de haarvaten veel lager dan de druk in de aderen. Dit komt omdat de haarvaten zich aan het einde van het arteriële systeem bevinden, waar de bloeddruk het laagst is. De druk in de aderen is hoger omdat het bloed terug naar het hart wordt geduwd.

Door de dunnere wanden en de lagere druk in de capillairen zijn ze zeer flexibel en passen ze in kleine ruimtes. Dit is belangrijk omdat haarvaten in alle weefsels van het lichaam worden aangetroffen, inclusief de hersenen, het hart en de longen. Aderen daarentegen zijn niet zo flexibel en worden niet in zoveel weefsels aangetroffen als haarvaten.