De beslissing om bloed te transfunderen is gebaseerd op een aantal factoren, waaronder de algehele gezondheid van de patiënt, de oorzaak van de bloedarmoede en de ernst van de symptomen. Er is niet één specifiek Hb-niveau dat aanleiding geeft tot een bloedtransfusie. Over het algemeen kan een transfusie echter worden overwogen als de Hb-waarde bij volwassenen daalt tot onder de 7-8 g/dl (70-80 g/l). In sommige gevallen kan een transfusie met een hoger Hb-niveau worden gegeven als de patiënt symptomatisch is of als er bezorgdheid bestaat dat de bloedarmoede orgaanschade veroorzaakt.
Kinderen en zwangere vrouwen kunnen bloedtransfusies met hogere Hb-waarden nodig hebben vanwege hun verhoogde zuurstofbehoefte. Bovendien kunnen patiënten met bepaalde medische aandoeningen, zoals hart- of longaandoeningen, ook transfusies met hogere Hb-waarden nodig hebben.
De beslissing om bloed te transfunderen is complex en moet van geval tot geval worden genomen door een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.