Magmatische aderen ontstaat wanneer magma afkoelt en kristalliseert. Terwijl het magma afkoelt, beginnen de mineralen waaruit het magma bestaat te stollen. De eerste mineralen die stollen zijn doorgaans de meest dichte, zoals olivijn en pyroxeen. Terwijl het magma blijft afkoelen, beginnen mineralen met een lagere dichtheid, zoals kwarts en veldspaat, te stollen. De laatste mineralen die stollen, zijn doorgaans de meest vluchtige, zoals water en koolstofdioxide. Deze vluchtige mineralen kunnen metalen en andere mineralen in oplossing vervoeren. Wanneer de vluchtige mineralen uit het magma ontsnappen, kunnen ze deze metalen en mineralen afzetten in scheuren en breuken in het omringende gesteente.
Hydrothermische aderen ontstaat wanneer heet water door de aardkorst circuleert. Dit water kan mineralen uit het omringende gesteente oplossen en in oplossing dragen. Wanneer het water afkoelt, kunnen de mineralen worden afgezet in scheuren en breuken in het gesteente. Hydrothermale aderen worden vaak in verband gebracht met vulkanische activiteit, maar ze kunnen zich ook in andere gebieden vormen, zoals in de buurt van warmwaterbronnen.
Grondwateraders ontstaat wanneer grondwater mineralen uit het omringende gesteente oplost en in oplossing brengt. Wanneer het grondwater verdampt, kunnen de mineralen worden afgezet in scheuren en breuken in het gesteente. Grondwateraders worden vaak aangetroffen in droge omgevingen, waar de verdamping van grondwater gebruikelijk is.
Minerale aderen kunnen een bron zijn van waardevolle metalen en mineralen, zoals goud, zilver, koper en lood. Ze kunnen ook een bron zijn van edelstenen, zoals kwarts, amethist en topaas.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win