1. Navelstreng: De navelstreng bestaat uit drie bloedvaten:één navelstrengader en twee navelstrengslagaders.
2. Zuurstofrijk bloed: Zuurstofrijk bloed uit de placenta komt via de navelstreng de foetus binnen. Dit bloed vervoert zuurstof en voedingsstoffen die essentieel zijn voor de groei en ontwikkeling van de foetus.
3. Ductus Venosus: De navelstrengader leidt naar de ductus venosus, een gespecialiseerd bloedvat dat de lever omzeilt en het grootste deel van het zuurstofrijke bloed rechtstreeks naar de onderste vena cava (IVC) leidt.
4. Foramen ovale: De onderste vena cava transporteert het zuurstofrijke bloed naar het rechter atrium van het foetale hart. Een gespecialiseerde opening, het foramen ovale genaamd, zorgt ervoor dat het grootste deel van dit zuurstofrijke bloed rechtstreeks in het linker atrium kan stromen, waarbij de foetale longen worden omzeild die nog niet functioneel zijn.
5. Linkerventrikel en aorta: Vanuit het linker atrium stroomt het zuurstofrijke bloed naar de linker hartkamer en wordt het naar de systemische circulatie gepompt. De aorta transporteert dit zuurstofrijke bloed naar verschillende delen van het lichaam van de foetus en levert zuurstof en voedingsstoffen aan de weefsels.
6. Zuurstofarm bloed: Zuurstofarm bloed uit het lichaam van de foetus wordt via de navelstrengslagaders teruggevoerd naar de placenta. Deze slagaders transporteren afvalproducten, waaronder koolstofdioxide, terug naar de placenta.
7. Placentale uitwisseling: In de placenta komt het zuurstofarme bloed van de foetus in de directe nabijheid van het zuurstofrijke bloed van de moeder, waardoor de uitwisseling van gassen en voedingsstoffen mogelijk is. Zuurstof en voedingsstoffen van de moeder diffunderen in de bloedbaan van de foetus, terwijl koolstofdioxide en afvalproducten van de foetus naar de bloedsomloop van de moeder gaan.
Dit unieke bloedsomloopsysteem zorgt ervoor dat de foetus een constante toevoer van zuurstof en voedingsstoffen ontvangt, terwijl afvalproducten worden geëlimineerd. Na de geboorte ondergaat de bloedsomloop veranderingen naarmate de baby zelfstandig begint te ademen, wat leidt tot de sluiting van het foramen ovale en de ductus venosus, en het ontstaan van een volwassen-achtig circulatiepatroon.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win