1. Repressie: Onbewust blokkeren of onderdrukken van gedachten, herinneringen of emoties uit het bewustzijn.
2. Weigering: Weigeren de realiteit te accepteren of te erkennen.
3. Projectie: Het toeschrijven van de eigen gedachten, gevoelens of verlangens aan anderen.
4. Rationalisatie: Het aanbieden van schijnbaar logische redenen of verklaringen voor irrationeel gedrag of gevoelens.
5. Verplaatsing: Het omleiden van emoties van hun oorspronkelijke bron naar een ander doel.
6. Reactievorming: Het aannemen van houdingen en gedragingen die tegengesteld zijn aan iemands ware gevoelens of verlangens.
7. Sublimatie: Het transformeren van onaanvaardbare emoties of impulsen in sociaal aanvaardbare of productieve activiteiten.
8. Regressie: Terugkeren naar eerdere ontwikkelingsstadia of gedragingen als reactie op stress.
9. Intellectualisering: Focussen op de intellectuele of logische aspecten van een situatie om emotionele betrokkenheid te vermijden.
10. Humor: Humor gebruiken om spanning te verlichten of moeilijke situaties draaglijker te maken.
Afweermechanismen worden vaak in combinatie met elkaar gebruikt en kunnen in bepaalde situaties normaal en nuttig zijn. Wanneer ze echter rigide, inflexibel of overmatig gebruikt worden, kunnen ze de persoonlijke groei belemmeren, gezonde relaties verstoren en psychologische problemen in stand houden. Daarom is het belangrijk om onaangepaste afweermechanismen te herkennen en aan te pakken en tegelijkertijd de ontwikkeling van gezondere coping-strategieën aan te moedigen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win