Paine geloofde dat God de kolonisten zou bevoordelen omdat hij de Amerikaanse Revolutie zag als een strijd tussen goed en kwaad, waarbij de kolonisten de deugd vertegenwoordigden en de Britten corruptie en tirannie. Hij betoogde dat God niet zou toestaan dat een deugdzaam volk verslagen zou worden door een goddeloos volk en dat de Amerikaanse zaak daarom rechtvaardig was en uiteindelijk succesvol zou zijn.