Infarcten worden vaak veroorzaakt door een bloedstolsel dat een bloedvat blokkeert, wat leidt tot ischemie (verminderde bloedstroom) en uiteindelijk celdood. Dit proces wordt vaak geassocieerd met aandoeningen zoals atherosclerose (ophoping van tandplak in de slagaders) of trombose (vorming van bloedstolsels).
In medische termen wordt een infarct doorgaans genoemd op basis van het aangetaste orgaan of weefsel. Een hartinfarct verwijst bijvoorbeeld naar een hartaanval, waarbij een deel van de hartspier afsterft als gevolg van een verstopping in de kransslagaders. Op dezelfde manier duidt een herseninfarct op een beroerte, waarbij een deel van de hersenen wordt aangetast als gevolg van een verstoring van de bloedtoevoer.
Infarcten kunnen in grootte variëren, variërend van kleine, gelokaliseerde gebieden tot uitgebreidere gebieden met weefselschade. De gevolgen van een infarct zijn afhankelijk van de locatie en omvang van het aangetaste weefsel, evenals van de algehele gezondheid en het functioneren van het individu.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win