Verminderde ademhalingsdrift:Een beroerte kan de controle van de hersenen over de ademhaling beïnvloeden, wat leidt tot verminderde ademhalingsinspanning en daaropvolgende hypoventilatie.
Aspiratie:Een beroerte kan dysfagie of slikproblemen veroorzaken, waardoor het risico op aspiratie van voedsel, vloeistoffen of afscheidingen in de longen toeneemt, wat resulteert in longontsteking en hypoxemie.
Longoedeem:Een beroerte kan leiden tot neurogeen longoedeem, een aandoening waarbij overtollig vocht zich ophoopt in de longen, waardoor de zuurstofuitwisseling wordt belemmerd en hypoxemie ontstaat.
Rechterhartfalen:Een beroerte kan ook het hart beïnvloeden, wat leidt tot rechterhartfalen, wat de oxygenatie verder kan verslechteren.
Daarom kan zuurstoftherapie nodig zijn om voldoende zuurstofniveaus te behouden en complicaties gerelateerd aan hypoxemie te voorkomen. Zuurstof wordt doorgaans toegediend via een neuscanule, gezichtsmasker of andere apparaten, afhankelijk van de toestand van de patiënt en de oxygenatiebehoeften.
Hoewel zuurstoftherapie vaak geïndiceerd is bij patiënten met een acute beroerte en hypoxemie, is het belangrijk om de zuurstoftoediening te titreren om de beoogde zuurstofsaturatieniveaus te behouden en hyperoxie (overmatige zuurstofniveaus) te voorkomen. Langdurige of overmatige zuurstoftherapie kan leiden tot mogelijke nadelige effecten, waaronder absorptie-atelectase (instorting van longeenheden) en verhoogde oxidatieve stress.
Daarom moet zuurstof met voorzichtigheid worden toegediend, en regelmatige monitoring van de zuurstofsaturatie en klinische beoordeling zijn essentieel om de zuurstoftherapie te begeleiden en optimale resultaten te garanderen bij patiënten met een acute beroerte.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win