Ja, voordat het werd geïdentificeerd als autisme, was de aandoening door de geschiedenis heen bekend onder verschillende namen en beschrijvingen. Enkele van de historische termen die worden gebruikt om autisme of autisme-achtige aandoeningen te beschrijven zijn onder meer:

1. Infantiel autisme:Deze term werd voor het eerst gebruikt door Leo Kanner in zijn baanbrekende artikel uit 1943, 'Autistic Disturbances of Affective Contact'. Kanner beschreef een specifieke groep kinderen die problemen vertoonden met sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag.

2. Kinderpsychose:Aan het begin van de 20e eeuw werd bij veel kinderen met autisme de diagnose kinderpsychose gesteld, omdat hun symptomen vaak verband hielden met psychotische stoornissen.

3. Schizofrenie in de kindertijd:Bij sommige personen met autisme werd de diagnose schizofrenie in de kindertijd gesteld, omdat hun symptomen overlapten met bepaalde kenmerken van schizofrenie, zoals sociale terugtrekking en verminderde communicatie.

4. Pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD):De term 'pervasieve ontwikkelingsstoornis' werd in de jaren tachtig geïntroduceerd om een ​​breder spectrum van neurologische ontwikkelingsstoornissen te omvatten, waaronder autisme, het Asperger-syndroom en andere gerelateerde aandoeningen.

Naarmate het onderzoek en het begrip van de aandoening vorderden, werd de term 'autisme' de geprefereerde en algemeen erkende naam voor deze neurologische ontwikkelingsstoornis. De evoluerende terminologie weerspiegelt het veranderende begrip van de aandoening in de loop van de tijd en de inspanningen om autismespectrumstoornissen nauwkeuriger te beschrijven en te diagnosticeren.