1. Familiegeschiedenis: Het hebben van een familiegeschiedenis van astma of andere allergische aandoeningen, zoals eczeem of hooikoorts, vergroot de kans op het ontwikkelen van astma.
2. Persoonlijke geschiedenis van allergieën: Personen met andere allergische aandoeningen, zoals hooikoorts of voedselallergieën, hebben een grotere kans astma te ontwikkelen.
3. Blootstelling aan allergenen: Bepaalde allergenen, zoals pollen, huisstofmijt, huidschilfers van huisdieren en schimmels, kunnen bij daarvoor gevoelige personen astma-aanvallen veroorzaken.
4. Blootstelling aan irriterende stoffen: Blootstelling aan irriterende stoffen, zoals rook, chemicaliën en luchtvervuiling, kan de luchtwegen irriteren en bijdragen aan de ontwikkeling van astma.
5. Luchtweginfecties: Bepaalde luchtweginfecties, zoals verkoudheid en respiratoir syncytieel virus (RSV), kunnen astma-aanvallen veroorzaken, vooral bij kinderen.
6. Obesitas: Obesitas wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op het ontwikkelen van astma en kan ook de astmasymptomen verergeren bij personen die de aandoening al hebben.
7. Geslacht: Mannen hebben een grotere kans om astma te ontwikkelen dan vrouwen, vooral in de kindertijd.
8. Ras en etniciteit: Bepaalde raciale en etnische groepen lopen een hoger risico om astma te ontwikkelen, waaronder Afro-Amerikanen, Puertoricanen en bepaalde Aziatische bevolkingsgroepen.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel deze factoren het risico op het ontwikkelen van astma kunnen vergroten, ze niet noodzakelijkerwijs betekenen dat iemand de aandoening definitief zal ontwikkelen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win