1. Bronchiën:De bronchiën zijn de belangrijkste luchtwegen die lucht in en uit de longen transporteren. Tijdens een astma-aanval trekken de spieren rond de bronchiën samen, waardoor de luchtwegen smaller worden. Dit wordt bronchoconstrictie genoemd.
2. Bronchiolen:De bronchiolen zijn kleinere vertakkingen van de bronchiën die naar de longblaasjes (kleine luchtzakjes) in de longen leiden. Ontsteking en vernauwing van de bronchiolen dragen ook bij aan luchtwegobstructie tijdens een astma-aanval.
3. Slijmproducerende klieren:De luchtwegen zijn bekleed met slijmproducerende klieren. Bij astma produceren deze klieren overmatige hoeveelheden dik, plakkerig slijm dat de luchtwegen verder kan vernauwen en het ademen bemoeilijkt.
4. Longblaasjes:De longblaasjes zijn de kleine luchtzakjes in de longen waar de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide plaatsvindt. Bij ernstige astma-aanvallen kunnen de longblaasjes beschadigd raken of gevuld raken met vocht, wat kan leiden tot ademnood.
5. Middenrif- en intercostale spieren:Het middenrif en de intercostale spieren zijn de belangrijkste spieren die betrokken zijn bij de ademhaling. Tijdens een astma-aanval kan de grotere inspanning die nodig is om te ademen deze spieren belasten, wat leidt tot kortademigheid en vermoeidheid.
Deze componenten van het ademhalingssysteem werken samen om de luchtstroom en gasuitwisseling in de longen te reguleren. Wanneer astma deze structuren aantast, verstoort het het normale ademhalingsproces, wat leidt tot de karakteristieke symptomen van een astma-aanval, zoals piepende ademhaling, hoesten, benauwdheid op de borst en kortademigheid.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win