De vloeistof die in een schildkliercyste wordt aangetroffen, is doorgaans een heldere of strokleurige vloeistof die dun en waterig kan zijn, of dikker en stroperiger. Het kan soms een bruinachtige of roodachtige tint hebben als gevolg van de aanwezigheid van bloed of hemosiderine (een afbraakproduct van hemoglobine). De vloeistof kan ook eiwitten, cholesterol en andere cellulaire componenten bevatten. In sommige gevallen kan het cystevocht troebel of troebel zijn vanwege de aanwezigheid van ontstekingscellen of vuil.