Het calciumgehalte in het bloed is over het algemeen niet direct gerelateerd aan het schildklierstimulerend hormoon (TSH). TSH is een hormoon geproduceerd door de hypofyse dat de functie van de schildklier reguleert. Het regelt voornamelijk de productie en secretie van schildklierhormonen, zoals thyroxine (T4) en triiodothyronine (T3), die een cruciale rol spelen in de stofwisseling, groei en ontwikkeling.

Aan de andere kant wordt het calciummetabolisme gereguleerd door verschillende hormonen, waaronder parathyroïdhormoon (PTH), calcitonine en vitamine D. PTH, geproduceerd door de bijschildklieren, helpt de calcium- en fosforbalans in het lichaam te behouden. Calcitonine, uitgescheiden door de schildklier, verlaagt het calciumgehalte in het bloed. Vitamine D helpt bij de opname van calcium uit de darmen.

Hoewel calciumniveaus verschillende lichaamsprocessen kunnen beïnvloeden, waaronder de spierfunctie, zenuwtransmissie en de gezondheid van de botten, hebben ze geen directe invloed op de TSH-niveaus of de schildklierfunctie. Daarom is er geen vastgesteld verband tussen calcium in het bloed en TSH.