Het concept van feitelijk letsel wordt vaak besproken in de context van het grondwettelijk recht en civiele rechtszaken. In constitutionele zaken heeft het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten geoordeeld dat een persoon feitelijk letsel moet aantonen om procesbevoegdheid te hebben. Dit betekent dat de persoon moet aantonen dat hij/zij persoonlijk en individueel letsel heeft opgelopen dat redelijk terug te voeren is op de daden van de verdachte en dat het letsel waarschijnlijk zal worden hersteld door een gunstige rechterlijke beslissing.
Bij civiele rechtszaken dient het beginsel van feitelijk letsel doorgaans als drempelvereiste voor het aanspannen van bepaalde soorten rechtszaken, zoals claims voor persoonlijk letsel of acties wegens contractbreuk. Om een claim vast te stellen, moet een eiser bewijzen dat hij daadwerkelijk economische verliezen, fysieke schade of een ander tastbaar nadeel heeft geleden als gevolg van het gedrag van de gedaagde.
Het concept van daadwerkelijke schade is bedoeld om ervoor te zorgen dat rechtbanken alleen gevallen in behandeling nemen waarin er sprake is van een echt en concreet geschil over rechten of belangen, en niet louter hypothetische of speculatieve claims. Door bewijs van feitelijk letsel te eisen, wil het rechtssysteem onnodige en lichtzinnige rechtszaken vermijden en zich concentreren op gevallen waarin er een legitieme behoefte aan gerechtelijke oplossing bestaat.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win