Verschillen in slaapcycli: De slaap is verdeeld in meerdere cycli, die elk ongeveer 90 minuten duren. Elke cyclus bestaat uit vier fasen:N1, N2, N3 (diepe slaap) en REM (snelle oogbeweging). De hoeveelheid tijd die u in elke fase doorbrengt, varieert gedurende de nacht. Als u wakker wordt tijdens een diepe slaapfase (N3 of REM), kunt u zich duizelig en gedesoriënteerd voelen en lijkt het alsof de tijd sneller is verstreken. Aan de andere kant, als u wakker wordt tijdens een lichtere slaapfase (N1 of N2), kunt u zich verfrist en alerter voelen en lijkt het alsof de tijd langzamer is verstreken.
Circadiaanse ritme: Uw circadiane ritme, of interne lichaamsklok, speelt een rol in hoe u tijd ervaart. Wanneer uw lichaam synchroon loopt met uw circadiane ritme, kunt u zich overdag alerter en energieker voelen en 's nachts vermoeider en slaperiger. Wanneer uw circadiane ritme wordt verstoord, bijvoorbeeld wanneer u reist of in ploegendienst werkt, kunt u zich vermoeider en duizeliger voelen en lijkt het alsof de tijd langzamer verstrijkt.
Leeftijd: Naarmate we ouder worden, veranderen onze slaappatronen. We hebben de neiging minder diep en lichter te slapen, waardoor we het gevoel kunnen krijgen dat we korter hebben geslapen dan we in werkelijkheid hebben gedaan.
Medicijnen en stoffen: Sommige medicijnen en stoffen, zoals alcohol en cafeïne, kunnen ons slaappatroon beïnvloeden en ons het gevoel geven dat we een andere hoeveelheid tijd hebben geslapen dan we in werkelijkheid hebben gedaan.
Stress en angst: Stress en angst kunnen ook ons slaappatroon beïnvloeden en ons het gevoel geven dat we een andere hoeveelheid tijd hebben geslapen dan we in werkelijkheid hebben gedaan.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win