2. De arts heeft medicijnen voorgeschreven voor de fobie van de patiënt.
3. Ze heeft een slopende vliegfobie, waardoor reizen moeilijk voor haar is.
4. De fobie van de kleine jongen voor het donker maakte hem bang om te gaan slapen.
5. De soldaat ontwikkelde een fobie voor harde geluiden nadat hij een gevecht had meegemaakt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win