Bloedgroepcompatibiliteit:Voor een succesvolle niertransplantatie moet de bloedgroep van de donor en de ontvanger compatibel zijn. Er zijn vier belangrijke bloedgroepen:A, B, AB en O. Een persoon kan alleen een nier krijgen van een donor met een compatibele bloedgroep.
Compatibiliteit met weefseltypen:Bij het matchen van weefseltypen worden de menselijke leukocytantigeen (HLA)-moleculen van de donor en de ontvanger vergeleken. HLA-moleculen zijn eiwitten die op het oppervlak van cellen worden aangetroffen en spelen een cruciale rol in het vermogen van het immuunsysteem om onderscheid te maken tussen zelf en niet-zelf. Hoe nauwer de HLA-moleculen tussen de donor en de ontvanger op elkaar zijn afgestemd, hoe kleiner de kans dat het immuunsysteem van de ontvanger de getransplanteerde nier zal afstoten.
Antilichaam-crossmatch:Er wordt een antilichaam-crossmatch-test uitgevoerd om te bepalen of het immuunsysteem van de ontvanger antilichamen heeft ontwikkeld die de nier van de donor kunnen aanvallen. Als de kruisproef positief is, wat wijst op de aanwezigheid van antilichamen, is het onwaarschijnlijk dat de transplantatie succesvol zal zijn vanwege het hoge risico op afstoting.
In sommige gevallen zijn familieleden mogelijk niet compatibel voor een niertransplantatie vanwege verschillen in bloedgroep, weefseltype of de aanwezigheid van antilichamen. In dergelijke situaties kan het nodig zijn om via een donorregister of gekoppelde donatieprogramma's een geschikte donor van buiten de familie te zoeken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win