1. Nier: Niertransplantatie omvat de chirurgische verwijdering van een gezonde nier van een levende donor (niertransplantatie van een levende donor) of een overleden donor (niertransplantatie van een overleden donor) en de implantatie ervan in een persoon met nierziekte in het eindstadium. De getransplanteerde nier neemt de functies over van de zieke nieren van de ontvanger, filtert afvalproducten en vloeistoffen uit het bloed en produceert urine.
2. Urineleider: De urineleiders zijn buizen die urine van de nieren naar de blaas transporteren. Urineleidertransplantatie kan noodzakelijk zijn in geval van ernstige schade of obstructie van de urineleiders. Een deel van een gezonde urineleider van een donor kan worden getransplanteerd om de beschadigde urineleider te vervangen of te repareren.
3. Blaas: Blaastransplantatie omvat de chirurgische verwijdering van een zieke of beschadigde blaas en de vervanging ervan door een gezonde blaas van een donor. Deze procedure kan nodig zijn voor personen met aandoeningen zoals blaaskanker, ernstige incontinentie of geboorteafwijkingen die de blaas aantasten.
Het is belangrijk op te merken dat orgaantransplantatie een zorgvuldige evaluatie en afstemming van donoren en ontvangers vereist om compatibiliteit te garanderen en het risico op afstoting te minimaliseren. Transplantatieprocedures zijn complex en vereisen gespecialiseerde medische expertise en faciliteiten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win