Het gebruik van Urosolvine bij patiënten met nierproblemen moet zorgvuldig worden geëvalueerd. Dit is wat u moet weten:

1. Nierfunctiestoornis:

- Urosolvine (ook bekend als methenaminehippuraat) wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden. Een verminderde nierfunctie kan de klaring uit het lichaam beïnvloeden, wat mogelijk kan leiden tot accumulatie van geneesmiddelen.

2. Dosisaanpassing:

- Bij patiënten met een verminderde nierfunctie kan het nodig zijn de dosering van Urosolvine aan te passen om accumulatie van het geneesmiddel en mogelijke bijwerkingen te voorkomen. De specifieke aanbevelingen voor dosisaanpassing moeten worden gegeven door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

3. Toezicht:

- Nauwlettend toezicht op de nierfunctie is essentieel bij patiënten met nierproblemen die Urosolvine gebruiken. Regelmatige beoordeling van het creatininegehalte en de creatinineklaring kan helpen de nierfunctie te controleren en de dosering aan te passen.

4. Contra-indicaties:

- Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <30 ml/min) is Urosolvine over het algemeen gecontra-indiceerd vanwege het verhoogde risico op accumulatie van het geneesmiddel en mogelijke bijwerkingen.

5. Alternatieve medicijnen:

- Voor patiënten met aanzienlijke nierproblemen kunnen alternatieve medicijnen met een veiliger profiel voor nierinsufficiëntie worden overwogen. Uw arts kan u advies geven over geschikte alternatieve behandelingen.

Daarom is het belangrijk dat u een arts raadpleegt voordat u Urosolvine inneemt, vooral als u nierproblemen heeft. Zij kunnen uw nierfunctie beoordelen, de juiste dosering aanbevelen of indien nodig alternatieve behandelingsopties voorstellen. Zelfmedicatie bij nierproblemen wordt sterk afgeraden.