Om orgaanafstoting te voorkomen, zou de patiënt hoogstwaarschijnlijk immunosuppressieve therapie krijgen. Dit type therapie helpt de reactie van het immuunsysteem op het getransplanteerde orgaan te onderdrukken, waardoor het risico op afstoting wordt verminderd. Immunosuppressieve medicijnen kunnen omvatten brede immunosuppressiva zoals cyclosporine of tacrolimus, of meer gerichte therapieën zoals monoklonale antilichamen zoals basilicumiximab of alemtuzumab.