- Genetica: Sommige onderzoeken hebben gesuggereerd dat broedermoord mogelijk een genetische component heeft. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat mannen met een bepaalde genvariant een grotere kans hadden om broedermoord te plegen dan mannen zonder de genvariant.
- Leeftijd van de moeder: Uit sommige onderzoeken is ook gebleken dat het risico op broedermoord groter is als de moeder ouder is. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat het risico op broedermoord bijna drie keer hoger was voor vrouwen ouder dan 35 jaar dan voor vrouwen onder de 25 jaar.
- Geboortevolgorde: Uit sommige onderzoeken is gebleken dat het risico op broedermoord groter is voor eerstgeboren kinderen en voor kinderen die qua leeftijd dicht bij elkaar geboren zijn. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat het risico op broedermoord bijna vier keer hoger was voor eerstgeboren kinderen dan voor later geboren kinderen.
- Gezinsdynamiek: Uit sommige onderzoeken is ook gebleken dat het risico op broedermoord groter is in gezinnen met een geschiedenis van geweld, kindermisbruik of verwaarlozing. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat het risico op broedermoord bijna zeven keer hoger was in gezinnen met een geschiedenis van geweld dan in gezinnen zonder een geschiedenis van geweld.
- Socio-economische status: Uit sommige onderzoeken is ook gebleken dat het risico op broedermoord groter is in gezinnen met lage inkomens en in gezinnen die in stedelijke gebieden wonen. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat het risico op broedermoord bijna drie keer hoger was voor gezinnen die in armoede leven dan voor gezinnen die boven de armoedegrens leven.
Het is belangrijk op te merken dat broedermoord een complex vraagstuk is en dat er niet één enkele oorzaak bestaat. Het is eerder waarschijnlijk dat een combinatie van factoren bijdraagt aan het risico op broedermoord.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win