Vaccins bevatten een verscheidenheid aan ingrediënten, waaronder:
* Antigeen: Het antigeen is het deel van de ziekteverwekker dat de immuunrespons veroorzaakt. Antigenen kunnen hele micro-organismen zijn, zoals bacteriën of virussen, of stukjes micro-organismen.
* Adjuvans: Adjuvantia zijn stoffen die ervoor zorgen dat het immuunsysteem sterker op het antigeen reageert.
* Bewaarmiddelen: Conserveermiddelen helpen het vaccin stabiel te houden en voorkomen dat het besmet raakt.
* Stabilisatoren: Stabilisatoren helpen voorkomen dat het vaccin wordt afgebroken.
* Oplosmiddelen: Oplosmiddelen worden gebruikt om het vaccin op te lossen en het injecteren te vergemakkelijken.
De specifieke ingrediënten in een vaccin variëren afhankelijk van het type vaccin. Sommige vaccins bevatten bijvoorbeeld levende verzwakte micro-organismen, terwijl andere gedode micro-organismen of stukjes micro-organismen bevatten.
Alle vaccins worden getest om er zeker van te zijn dat ze veilig en effectief zijn voordat ze worden goedgekeurd voor gebruik.
Hier is een meer gedetailleerde uitleg van hoe vaccins werken:
1. Het vaccin wordt in het lichaam geïnjecteerd.
2. Het immuunsysteem herkent het antigeen in het vaccin als lichaamsvreemd en begint er antilichamen tegen te produceren.
3. De antilichamen binden zich aan het antigeen en helpen het te vernietigen.
4. De geheugencellen slaan informatie over het antigeen op, zodat het lichaam er snel antilichamen tegen kan aanmaken als de persoon ooit opnieuw aan de ziekteverwekker wordt blootgesteld.
Vaccins zijn een belangrijk onderdeel van de volksgezondheid. Ze hebben veel ziekten helpen voorkomen en onder controle houden, waaronder mazelen, de bof, rubella, polio en tetanus.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win