Gezondheid en ziekte gezondheid logo
Infectieziekten

Wat veroorzaakt de verspreiding van infecties?

Infecties verspreiden zich voornamelijk via verschillende vormen van overdracht, waardoor micro-organismen zich van een bron of reservoir naar een vatbare gastheer kunnen verplaatsen. Verschillende factoren dragen bij aan de verspreiding van infecties:

Contactoverdracht: Dit type overdracht vindt plaats wanneer een geïnfecteerde persoon of een besmet oppervlak rechtstreeks in contact komt met een andere persoon. Het kan verder worden ingedeeld in:

1. Direct contact: Overdracht via lichamelijk contact, zoals aanraken, kussen of delen van lichaamsvloeistoffen. Voorbeelden hiervan zijn seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's), luchtweginfecties zoals griep en sommige huidinfecties.

2. Indirect contact: Overdracht door contact met besmette voorwerpen, oppervlakken of materialen. Het aanraken van deurknoppen, handgrepen, toetsenborden of andere oppervlakken die besmet zijn met infectieuze agentia kan bijvoorbeeld leiden tot de verspreiding van bacteriën of virussen.

Transmissie via de lucht: Sommige micro-organismen kunnen zich door de lucht verspreiden in kleine ademhalingsdruppeltjes of in de lucht zwevende deeltjes die ontstaan ​​tijdens hoesten, niezen, praten of zelfs ademen. Bij inademing door een daarvoor gevoelig persoon kunnen deze druppels infecties veroorzaken. Overdracht via de lucht is gebruikelijk voor ziekten zoals tuberculose (tbc), mazelen en waterpokken.

Fomite-transmissie: Levenloze voorwerpen of oppervlakken die besmet zijn met infectieuze agentia en die infecties kunnen overbrengen, worden fomites genoemd. Voorbeelden hiervan zijn speelgoed, keukengerei, kleding, beddengoed, medische instrumenten of zelfs bankbiljetten. Infecties kunnen zich verspreiden wanneer iemand besmette fomites aanraakt of hanteert en vervolgens het gezicht of de slijmvliezen aanraakt.

Vectoroverdracht: Bepaalde infecties zijn afhankelijk van vectoren, zoals insecten of dieren, om de infectie van de ene gastheer naar de andere over te brengen. Voorbeelden van door vectoren overgedragen ziekten zijn malaria, knokkelkoorts, gele koorts en de ziekte van Lyme, waarbij muggen, teken of andere vectoren ziekteverwekkers overbrengen tijdens het voeden met bloed.

Transmissie over water: Consumptie of contact met verontreinigd water kan infecties verspreiden. Pathogene micro-organismen kunnen waterbronnen, zoals rivieren, meren of grondwater, binnendringen via rioolwater, landbouwafval of dierlijk afval. Door water overgedragen infecties omvatten cholera, buiktyfus en gastro-enteritis.

Voedseloverdracht: Infecties kunnen zich verspreiden door de inname van besmet voedsel of dranken. Dit kan gebeuren als gevolg van onjuiste behandeling, opslag en bereiding van voedsel, waardoor bacteriën, virussen of parasieten zich kunnen vermenigvuldigen en voedselproducten kunnen besmetten. Veel voorkomende door voedsel overgedragen infecties zijn onder meer salmonellose, E. coli en norovirus.

Bloedoverdraagbare overdracht: Infecties die worden overgedragen door contact met geïnfecteerd bloed of lichaamsvloeistoffen zijn onder meer HIV, hepatitis B (HBV) en hepatitis C (HCV). Dit kan gebeuren door bloedtransfusies, het delen van naalden of scherpe voorwerpen, of contact met open wonden of slijmvliezen.

Zoönotische transmissie: Zoönosen zijn infecties die van dieren op mensen kunnen worden overgedragen. Zoönotische overdracht kan plaatsvinden door contact met geïnfecteerde dieren of hun lichaamsvloeistoffen, beten, krabben of consumptie van besmette dierlijke producten. Voorbeelden hiervan zijn hondsdolheid, tularemie en leptospirose.

Omgevingsfactoren: Omgevingsomstandigheden, zoals slechte hygiëne, ontoereikende sanitaire voorzieningen, overbevolking en beperkte toegang tot gezondheidszorg, kunnen bijdragen aan de verspreiding van infecties door de overleving en overdracht van ziekteverwekkers te vergemakkelijken.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win