Maatregelen voor infectiebeheersing omvatten:
1. Standaardvoorzorgsmaatregelen:Dit zijn basishygiënepraktijken die van toepassing zijn op alle gezondheidszorgomgevingen, ongeacht het type infectie of de patiënt die wordt behandeld. Ze omvatten:
- Handhygiëne:Regelmatig en grondig handen wassen met water en zeep of een handdesinfecterend middel op alcoholbasis is van cruciaal belang om de verspreiding van infecties te voorkomen.
- Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM):Het dragen van geschikte PBM's, zoals handschoenen, schorten, maskers en oogbescherming, helpt contact met besmettelijke materialen te voorkomen.
- Ademhalingshygiëne:Het bedekken van de mond en neus met een tissue of masker bij hoesten of niezen vermindert de verspreiding van ademhalingsdruppeltjes die infectieuze agentia kunnen bevatten.
- Milieureiniging en desinfectie:Regelmatig reinigen en desinfecteren van oppervlakken, apparatuur en gezondheidszorgomgevingen helpt infectieuze agentia te elimineren en besmetting te voorkomen.
2. Voorzorgsmaatregelen bij isolatie:Wanneer bekend is of vermoed wordt dat een persoon een infectieziekte heeft, kunnen aanvullende voorzorgsmaatregelen nodig zijn om overdracht naar anderen te voorkomen. Deze voorzorgsmaatregelen omvatten:
- Contactvoorzorgsmaatregelen:deze maatregelen worden gebruikt om de verspreiding van infecties door direct of indirect contact met een geïnfecteerd individu of besmette oppervlakken te voorkomen. Het kan daarbij gaan om het plaatsen van het individu in een privékamer, het beperken van bezoekers en het gebruik van speciale apparatuur.
- Voorzorgsmaatregelen via de lucht:Deze voorzorgsmaatregelen worden toegepast wanneer een infectie over lange afstanden via de lucht kan worden overgedragen. Hiertoe behoren isolatiekamers voor infecties in de lucht (AIIR's) of kamers onder negatieve druk, het gebruik van ademhalingstoestellen en beperkte bewegingsvrijheid van geïnfecteerde personen.
- Voorzorgsmaatregelen voor druppels:deze maatregelen worden toegepast wanneer een infectie kan worden overgedragen via ademhalingsdruppeltjes die worden gegenereerd door hoesten, niezen of praten. Het gaat hierbij om het plaatsen van de geïnfecteerde persoon in een privékamer of op minstens een meter afstand van anderen en het gebruik van broncontrolemaatregelen, zoals gezichtsmaskers.
3. Antimicrobieel beheer:Deze aanpak bevordert het juiste en verantwoorde gebruik van antimicrobiële middelen, zoals antibiotica, om de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie te voorkomen. Het omvat het selecteren van het juiste antimicrobiële middel, de dosering en de duur van de therapie op basis van de specifieke infectie en individuele patiëntkenmerken.
4. Vaccinatie en immunisatie:Vaccinatie speelt een cruciale rol bij het voorkomen van de verspreiding van infectieziekten door de immuunrespons van het lichaam tegen specifieke ziekteverwekkers te stimuleren. Het is essentieel om de aanbevolen immunisatieschema’s voor gezondheidswerkers, patiënten en de algemene bevolking te volgen.
5. Toezicht en rapportage:Doorlopende monitoring en rapportage van infecties binnen de gezondheidszorg helpt bij het identificeren van potentiële uitbraken, het volgen van trends en het implementeren van passende controlemaatregelen.
Door uitgebreide maatregelen voor infectiebeheersing te implementeren, kunnen zorginstellingen en gemeenschappen het risico op infecties aanzienlijk verminderen, de patiëntresultaten verbeteren en de gezondheid van alle betrokkenen beschermen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win