Gezondheid en ziekte gezondheid logo
Infectieziekten

Wat is NIET relevant voor een laboratoriumdiagnose van pokkenvariola?

Directe fluorescerende antilichaamtest (DFA)

DFA-kleuring van klinische monsters rechtstreeks op een objectglaasje (bijvoorbeeld uitstrijkjes van huidlaesies) is een snelle, gevoelige en specifieke methode gebleken die kan worden uitgevoerd in een BSL-3-laboratorium. DFA was de steunpilaar van laboratoriumdiagnostiek voor pokken in een referentielaboratorium van de WHO.

Elektronenmicroscopie

EM met negatief contrast maakt een snelle laboratoriumidentificatie van pokkenvirionen mogelijk op basis van hun karakteristieke morfologie, die verschilt van het uiterlijk van andere pokkenvirussen. Pokkenvirusdeeltjes die met EM worden waargenomen in klinische monsters van huidlaesies zijn doorgaans bolvormig, hebben een diameter van 250-270 nm, en bevatten de typische "haltervormige" zijlichamen.

Nucleïnezuuramplificatietests (NAAT's)

De PCR-test gericht op een regio van het A-type inclusiegen (ATI) bleek een zeer gevoelige laboratoriumtest te zijn die een betrouwbare detectie en differentiatie van pokken van andere orthopokkenvirussen mogelijk maakte. Primers en probes geselecteerd uit geconserveerde gebieden van het ATI-gen zijn met succes getest voor de detectie van variola-virus-DNA in klinische pokkenmonsters.

Hitopathologie

Lichtmicroscopisch onderzoek van histopathologie van huidlaesies kan nuttige diagnostische aanwijzingen opleveren als er een hoge mate van verdenking op pokken bestaat, vooral als het weefsel vroeg (4-6 dagen) in de evolutie van de laesies wordt verzameld. De belangrijkste kenmerken van de histologie van huidlaesies door pokken zijn (a) epidermale hyperplasie met opzwellende degeneratie, necrose en vorming van meerkernige reuzencellen; (b) huidoedeem geassocieerd met vasculitis en een perivasculair infiltraat; en (c) aanwezigheid van intracytoplasmatische inclusielichamen in de epidermis.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win