Dit zijn de mogelijke uitkomsten wanneer twee fagen een bacterie gelijktijdig infecteren:
-Lytische cyclus :Beide fagen gaan de lytische cyclus binnen, wat leidt tot de productie van hun respectievelijke nakomelingen en uiteindelijke cellyse. Bij hoge MOI kan dit resulteren in een snellere en efficiëntere lyse vergeleken met infecties met één faag.
- Lysogenisatie :De ene faag gaat de lytische cyclus binnen, terwijl de andere faag de lysogene cyclus binnengaat, waarbij zijn genoom in het gastheerchromosoom wordt geïntegreerd. De profaag kan latent blijven of weer actief worden, afhankelijk van verschillende omstandigheden.
- Recombinatie :De genomen van de twee fagen kunnen genetische recombinatie ondergaan, waardoor nieuwe faagvarianten met nieuwe genetische combinaties ontstaan. Deze genetische uitwisseling kan bijdragen aan de diversiteit binnen faagpopulaties.
-Superinfectie-uitsluiting (SIE) :Dit gebeurt wanneer één faag een blokkering tot stand brengt die de replicatie van binnenkomende fagen verhindert. SIE is een afweermechanisme waarmee bacteriën de infectie kunnen beperken.
-Pseudolysogenie :In bepaalde gevallen kan een faag zijn DNA tijdelijk in het gastheergenoom integreren, vergelijkbaar met lysogenisatie. In tegenstelling tot een echt lysogeen maakt deze integratie echter geen overdracht naar volgende generaties mogelijk.
De interacties tussen meerdere fagen tijdens een co-infectie kunnen ingewikkeld zijn en de efficiëntie van de faagreplicatie, de geschiktheid van de gastheer, de dynamiek van de infectie en de bacteriële afweermechanismen beïnvloeden. Co-infecties spelen een rol bij de evolutie van fagen, de immuniteit van de gastheer en dragen bij aan de complexe ecologie van relaties tussen faag en bacteriën in verschillende omgevingen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win