1. Direct contact :Hierbij gaat het om lichamelijk contact tussen een besmette persoon en een vatbare persoon. Voorbeelden zijn onder meer:
- Huid-op-huidcontact:Ziekten zoals verkoudheid, griep en veel huidinfecties (zoals impetigo) kunnen zich verspreiden via direct contact met een geïnfecteerde persoon.
- Contact met lichaamsvloeistoffen:Ziekten zoals HIV, hepatitis B en hepatitis C kunnen worden overgedragen door contact met geïnfecteerd bloed of andere lichaamsvloeistoffen.
2. Indirect contact :Hierbij gaat het om contact met besmette voorwerpen of oppervlakken. Bijvoorbeeld:
- Fomite-overdracht:Sommige ziekten kunnen gedurende verschillende perioden op oppervlakken of voorwerpen overleven. Het aanraken van deze besmette oppervlakken en vervolgens het gezicht aanraken, met name de mond, neus of ogen, kan tot een infectie leiden. Voorbeelden hiervan zijn ziekten zoals het norovirus en het respiratoir syncytieel virus (RSV).
- Verontreinigd voedsel of water:Het innemen van besmet voedsel of water kan ziekten overbrengen zoals tyfus, cholera en bepaalde door voedsel overgedragen infecties.
3. Transmissie via de lucht :Dit gebeurt door het inademen van ademhalingsdruppeltjes of in de lucht zwevende deeltjes die het infectieuze agens bevatten. Voorbeelden zijn onder meer:
- Ademhalingsdruppeltjes:Wanneer een besmette persoon hoest, niest, praat of zingt, kunnen ademhalingsdruppeltjes die de ziekteverwekker bevatten, in de lucht worden uitgestoten. Individuen in de buurt kunnen deze druppels inademen en besmet raken. Ziekten die op deze manier worden verspreid, zijn onder meer griep, mazelen en tuberculose (tbc).
- In de lucht zwevende deeltjes:Sommige ziekten, zoals waterpokken en gordelroos (veroorzaakt door het varicella-zostervirus), kunnen ook worden overgedragen via kleine deeltjes in de lucht die gedurende langere perioden in de lucht kunnen blijven hangen.
4. Vectoroverdracht :Hierbij gaat het om de overdracht van ziekten door dieren, zoals insecten, teken of andere vectoren. Voorbeelden zijn onder meer:
- Muggen:Muggen kunnen ziekten overbrengen zoals malaria, knokkelkoorts, gele koorts en bepaalde soorten encefalitis.
- Teken:Teken kunnen de ziekte van Lyme, Rocky Mountain Spotted Fever, ehrlichiose en babesiose overbrengen.
- Vlooien:Vlooien kunnen ziekten overbrengen zoals tyfus, builenpest en door vlooien overgedragen gevlekte koorts.
5. Overdracht van dier op mens (zoönosen) :Sommige ziekten kunnen van dieren op mensen worden overgedragen door contact, beten of consumptie van dierlijke producten. Voorbeelden zijn onder meer:
- Hondsdolheid:overgedragen via de beet van een besmet dier, zoals een hond, kat of wild dier.
- Salmonellose:kan worden overgedragen door het hanteren of consumeren van besmet gevogelte of eieren.
- Brucellose:overgedragen door contact met besmet vee of consumptie van ongepasteuriseerde melk of zuivelproducten.
Het begrijpen van de wijzen van overdracht van specifieke overdraagbare ziekten is van cruciaal belang voor het ontwikkelen van effectieve preventie- en controlestrategieën. Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid, zoals vaccinatie, hygiënepraktijken, vectorbestrijding en voedselveiligheidsvoorschriften, zijn essentieel bij het voorkomen van de verspreiding van overdraagbare ziekten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win