Tyfus was in de jaren veertig een groot probleem, vooral in Europa en Azië, waar de ziekte wijdverbreide sterfgevallen en ziekten veroorzaakte. De ziekte werd verspreid door luizen, die gedijden in de drukke en onhygiënische omstandigheden die tijdens de oorlog gebruikelijk waren.

In Europa kwam tyfus vooral voor in de oostelijke regio’s, waaronder Polen, Oekraïne en de Balkan. Er wordt geschat dat tijdens de Tweede Wereldoorlog zo'n 20 miljoen mensen besmet raakten met tyfus, en miljoenen van die mensen stierven. In sommige gebieden bedroeg het sterftecijfer als gevolg van tyfus wel 50%.

Ook in Azië was tyfus een groot probleem, vooral in China en India. Er wordt geschat dat in de jaren veertig in China tot 30 miljoen mensen besmet raakten met tyfus, en miljoenen van die mensen stierven.

De verspreiding van tyfus werd uiteindelijk onder controle gehouden door het gebruik van insecticiden en vaccins, maar het blijft in sommige delen van de wereld een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid.