1. Besmettelijke agent

Het infectieuze agens is het micro-organisme of een andere entiteit die de ziekte veroorzaakt. Dit kan een bacterie, virus, schimmel of parasiet zijn. Het infectieuze agens moet in voldoende aantallen in het lichaam aanwezig zijn om ziekte te veroorzaken.

2. Reservoir

Het reservoir is de natuurlijke habitat van het infectieuze agens. Dit kan een dier, een mens of het milieu zijn. Het reservoir is waar het infectieuze agens leeft en zich vermenigvuldigt.

3. Portaal van uitgang

Het uitgangsportaal is de manier waarop het infectieuze agens het reservoir verlaat. Dit kan via de luchtwegen, het maagdarmkanaal, de urinewegen of de huid zijn.

4. Wijze van verzending

De wijze van overdracht is de manier waarop het infectieuze agens zich vanuit het reservoir naar de gastheer verspreidt. Dit kan via direct contact, indirect contact of overdracht via de lucht zijn.

5. Toegangspoort

De toegangspoort is de manier waarop de infectieuze agent de gastheer binnenkomt. Dit kan via de luchtwegen, het maagdarmkanaal, de urinewegen of de huid zijn.

6. Gevoelige gastheer

De vatbare gastheer is de persoon of het dier die niet immuun is voor het infectieuze agens en daarom het risico loopt de ziekte te ontwikkelen.