1. Fysieke barrière :Het plasmamembraan vormt een fysieke barrière en voorkomt dat vreemde entiteiten zoals ziekteverwekkers, toxines en vreemde cellen de cel binnendringen. Deze barrièrefunctie helpt de cellulaire integriteit te behouden en voorkomt infectie of schade.
2. Antigeenpresentatie :Belangrijke histocompatibiliteitscomplex (MHC) eiwitten, die zijn ingebed in het plasmamembraan, spelen een cruciale rol bij de presentatie van antigeen. MHC klasse I-eiwitten vertonen peptiden die zijn afgeleid van intracellulaire pathogenen of abnormale eiwitten, terwijl MHC klasse II-eiwitten antigenen uit extracellulaire bronnen presenteren. Deze presentatie zorgt ervoor dat het immuunsysteem geïnfecteerde of abnormale cellen kan herkennen en hierop kan richten.
3. Celsignalering :Het plasmamembraan bevat verschillende receptoren die kunnen binden aan specifieke moleculen of liganden. Wanneer deze liganden zich aan hun respectievelijke receptoren binden, initiëren ze intracellulaire signaalroutes die immuunreacties reguleren, zoals ontstekingen, activering van immuuncellen en de productie van antilichamen. Voorbeelden zijn onder meer receptoren voor cytokinen, chemokinen en pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen (PAMP's).
4. Immuuncelcommunicatie :Het plasmamembraan vergemakkelijkt de communicatie tussen immuuncellen en andere celtypen. Cel-cel-interacties zijn cruciaal voor het coördineren van immuunreacties. Verschillende adhesiemoleculen, zoals integrinen en selectinen, zijn aanwezig op het plasmamembraan en zorgen ervoor dat immuuncellen zich aan elkaar kunnen hechten en met elkaar kunnen interageren, waardoor immuunsynapsen of immunologische conjugaten worden gevormd.
5. Membraan-geassocieerde eiwitten :Het plasmamembraan herbergt talrijke eiwitten die rechtstreeks betrokken zijn bij immuunfuncties. Deze omvatten:
- Immunoglobulinen of antilichamen:ze spelen een belangrijke rol bij het herkennen van en binden aan specifieke antigenen.
- T-celreceptoren:aanwezig op het oppervlak van T-lymfocyten en verantwoordelijk voor de herkenning van antigeen.
- Complementeiwitten:nemen deel aan de complementcascade, die een cruciaal onderdeel is van de aangeboren immuunrespons.
6. Endocytose en fagocytose :Bepaalde immuuncellen, zoals macrofagen en neutrofielen, breiden pseudopodia uit en overspoelen ziekteverwekkers of vreemde deeltjes via endocytose of fagocytose. Het plasmamembraan is essentieel bij het vormen van fagocytische kopjes en blaasjes om deze vreemde stoffen te internaliseren.
7. Effectorfuncties :Cytotoxische T-cellen en natural killer (NK)-cellen geven cytotoxische moleculen zoals perforine en granzymen vrij na het herkennen van doelcellen. Deze moleculen creëren poriën in het plasmamembraan van de doelcel, wat leidt tot cellyse.
Over het algemeen is het plasmamembraan van immuuncellen cruciaal voor het behouden van de cellulaire integriteit, het presenteren van antigenen, het faciliteren van celcommunicatie en het orkestreren van immuunreacties. Het dient als een dynamische interface tussen het immuunsysteem en de omringende omgeving, waardoor de herkenning, eliminatie en aanpassing aan verschillende immuunproblemen mogelijk wordt.
Als u het COVID-19-vaccin krijgt, kunt u dan stoppen met het dragen van een masker?
Wat zit er in een vaccin om witte bloedcellen antistoffen te laten aanmaken?
Welke voorwaarde is de productie van onschadelijke antilichamen tegen normale antigenen?
Op welke twee manieren wordt actieve immuniteit geproduceerd?
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win