Bovendien zijn de constante gebieden van de zware ketens verschillend tussen IgG- en IgM-antilichamen. Deze constante regio's zijn verantwoordelijk voor de effectorfuncties van antilichamen, zoals binding aan complementaire eiwitten of Fc-receptoren op immuuncellen. De verschillen in de constante gebieden van IgG- en IgM-antilichamen maken het mogelijk dat ze verschillende effectorfuncties hebben.
IgG-antilichamen kunnen bijvoorbeeld binden aan complementeiwitten en de complementcascade activeren, wat leidt tot de vernietiging van doelcellen. IgM-antilichamen kunnen niet binden aan complementaire eiwitten, maar ze kunnen wel binden aan Fc-receptoren op immuuncellen en deze activeren, wat leidt tot het vrijkomen van ontstekingsmediatoren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win