Antilichamen

De levensduur van antilichamen varieert afhankelijk van het type antilichaam en het organisme dat ze produceert. Bij mensen hebben de meeste antilichamen een halfwaardetijd van ongeveer 21 dagen, wat betekent dat de helft van de antilichamen in het lichaam elke 21 dagen wordt afgebroken en vervangen. Sommige antilichamen, zoals die geproduceerd als reactie op bepaalde vaccins, kunnen echter een halfwaardetijd van meerdere jaren hebben.

Antigenen

De levensduur van antigenen varieert ook afhankelijk van het type antigeen en het organisme dat ze produceert. Over het algemeen zijn antigenen stabieler dan antilichamen en kunnen ze gedurende langere tijd in het lichaam aanwezig blijven. Het antigeen dat tetanus veroorzaakt, kan bijvoorbeeld tot tien jaar in het lichaam aanwezig blijven.

De levensduur van antilichamen en antigenen is belangrijk om te begrijpen hoe het immuunsysteem werkt. Antilichamen zijn verantwoordelijk voor het herkennen en neutraliseren van antigenen, en de levensduur van antilichamen bepaalt hoe lang het lichaam beschermd is tegen een bepaalde infectie. De levensduur van antigenen bepaalt hoe lang het immuunsysteem wordt blootgesteld aan een antigeen en hoe lang het duurt om immuniteit te ontwikkelen.