Gezondheid en ziekte gezondheid logo
Immuunsysteemaandoeningen

Wat gebeurt er met de antilichaamniveaus bij vaccinatie?

Wanneer een persoon wordt gevaccineerd, wordt zijn immuunsysteem gestimuleerd om antilichamen te produceren tegen de specifieke ziekte waarop het vaccin zich richt. Deze antilichamen helpen de persoon te beschermen tegen toekomstige infecties door dezelfde ziekte.

Na vaccinatie produceert het lichaam twee soorten antilichamen:

* IgM-antilichamen worden als eerste geproduceerd en zijn verantwoordelijk voor de initiële immuunrespons.

* IgG-antilichamen worden later geproduceerd en zorgen voor langdurige immuniteit.

De niveaus van antilichamen in het bloed stijgen doorgaans na vaccinatie en nemen vervolgens in de loop van de tijd af. Een persoon die is gevaccineerd, zal echter doorgaans jarenlang een zekere mate van antilichaambescherming tegen de ziekte hebben.

Antilichaamniveaus kunnen worden gemeten via een bloedtest. Een arts kan deze test aanbevelen om te controleren of het immuunsysteem van een persoon op een vaccin heeft gereageerd of om te bepalen of iemand een boosterinjectie nodig heeft.

Booster-shots worden soms aanbevolen om de antilichaamniveaus tegen bepaalde ziekten op peil te houden. Dit komt omdat de niveaus van antilichamen in de loop van de tijd kunnen afnemen, en een boosterinjectie kan helpen om ze weer op peil te brengen.

Factoren die de antilichaamniveaus na vaccinatie kunnen beïnvloeden:

* Leeftijd

* Algemene gezondheid

*Type vaccin

* Aantal ontvangen doses vaccin

* Tijd sinds de laatste vaccindosis

* Bepaalde medische aandoeningen, zoals immuundeficiëntiestoornissen

Als u zich zorgen maakt over uw antilichaamniveaus, neem dan contact op met uw arts.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win