Immuun betekent beschermd of resistent tegen iets, vooral tegen ziekten of infecties. Een persoon die immuun is voor waterpokken zal de ziekte bijvoorbeeld niet krijgen, zelfs niet als hij wordt blootgesteld aan het virus. Het immuunsysteem is het natuurlijke afweersysteem van het lichaam dat ons helpt beschermen tegen ziekten, en immuniteit is de staat van weerstand tegen of bescherming tegen een bepaalde ziekte of infectie.