2. Opsonisatie: Antilichamen kunnen zich binden aan ziekteverwekkers en deze beter zichtbaar maken voor immuuncellen, zoals macrofagen en neutrofielen. Dit proces wordt opsonisatie genoemd. Het is waarschijnlijker dat geopsoniseerde pathogenen worden gefagocyteerd en gedood door immuuncellen.
3. Aanvulling activatie: Sommige antilichamen kunnen het complementsysteem activeren, een groep eiwitten die samenwerken om ziekteverwekkers te doden. Complementactivatie kan leiden tot de vorming van poriën in het celmembraan van de ziekteverwekker, waardoor celdood ontstaat.
4. Antilichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC): ADCC is een mechanisme waarmee antilichamen het doden van geïnfecteerde cellen door immuuncellen, zoals natural killer (NK)-cellen en monocyten, kunnen veroorzaken. Antilichamen binden zich aan antigenen op de geïnfecteerde cel, en vervolgens binden de immuuncellen zich aan de antilichamen en geven cytotoxische moleculen vrij die de geïnfecteerde cel doden.
Dit zijn slechts vier van de manieren waarop antilichamen helpen bij de immuniteit. Ze zijn essentiële componenten van het immuunsysteem en spelen een cruciale rol bij de bescherming van het lichaam tegen infecties.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win