1. Proliferatie van chondrocyten :Het epifysairvlak bevat kolommen met chondrocyten (kraakbeencellen) die een snelle deling en proliferatie ondergaan. Deze chondrocyten zijn verantwoordelijk voor de groei van het bot in de lengte.
2. Differentiatie en rijping :Terwijl chondrocyten zich uit de rustzone verwijderen, ondergaan ze een reeks veranderingen in hun structuur en functie. Ze differentiëren in verschillende soorten chondrocyten, waaronder pre-hypertrofische en hypertrofische chondrocyten.
3. Matrixproductie :Chondrocyten scheiden extracellulaire matrixcomponenten af en zetten deze af, zoals collageen, proteoglycanen en hyaluronzuur. Deze stoffen vormen de kraakbeenmatrix en zorgen voor kracht en flexibiliteit voor het groeiende bot.
4. Endochondrale ossificatie :Dit is het proces waarbij kraakbeen wordt vervangen door botweefsel. Hypertrofische chondrocyten worden groter en de omringende kraakbeenmatrix wordt verkalkt. Bloedvaten en osteoblasten (botvormende cellen) dringen het verkalkte kraakbeen binnen en breken de kraakbeenmatrix af. Osteoblasten leggen vervolgens nieuw botweefsel aan en vervangen het kraakbeen door bot.
5. Secundaire ossificatiecentra :Naast het primaire ossificatiecentrum in de diafyse (centrale schacht van het lange bot), ontwikkelen zich secundaire ossificatiecentra in de epifysen (uiteinden van het lange bot). Deze secundaire centra ondergaan een soortgelijk proces van endochondrale ossificatie, wat bijdraagt aan de groei van het bot in de breedte.
6. Sluiting van de groeischijven :Naarmate individuen volwassenheid van het skelet bereiken, meestal in de late adolescentie of vroege volwassenheid, sluit het epifysaire gezicht of de groeischijf geleidelijk. De proliferatie van chondrocyten neemt af en het groeiende kraakbeen wordt volledig vervangen door botweefsel. Deze sluiting markeert het einde van de longitudinale groei van de lange botten en de lengte van het individu wordt gefixeerd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win