De pH van het bloed heeft rechtstreeks invloed op de bloeddruk. Wanneer de pH van het bloed daalt (zuurder wordt), zorgt dit ervoor dat de bloedvaten samentrekken, waardoor de bloeddruk stijgt. Omgekeerd, wanneer de pH van het bloed stijgt (meer alkalisch wordt), zorgt dit ervoor dat de bloedvaten verwijden, waardoor de bloeddruk daalt.

De relatie tussen de pH van het bloed en de bloeddruk wordt gereguleerd door het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) van het lichaam. Het RAAS is een hormoonsysteem dat helpt de bloeddruk en de elektrolytenbalans onder controle te houden. Wanneer de pH van het bloed daalt, wordt het RAAS geactiveerd, waardoor renine, angiotensine en aldosteron vrijkomen. Deze hormonen zorgen er vervolgens voor dat de bloedvaten samentrekken en dat water en zout worden vastgehouden, waardoor de bloeddruk stijgt.

Wanneer de pH van het bloed daarentegen stijgt, wordt het RAAS geremd, waardoor er minder renine, angiotensine en aldosteron vrijkomt. Dit leidt tot verwijding van de bloedvaten en de uitscheiding van water en zout, waardoor de bloeddruk daalt.

Daarom is de pH van het bloed een belangrijke factor bij de regulering van de bloeddruk. Het handhaven van een normale pH-waarde van het bloed is cruciaal voor de algehele cardiovasculaire gezondheid.