1. Verhoogde wanddikte (hypertrofie): Het linkerventrikel reageert op de verhoogde druk door de spierwanden te verdikken, een proces dat linkerventrikelhypertrofie (LVH) wordt genoemd. Deze verhoogde spiermassa helpt het hart tegen de hogere druk in te pompen.
2. Vergrote kamergrootte (dilatatie): Het linkerventrikel kan ook groter of verwijden, omdat het ernaar streeft om bij elke samentrekking meer bloed rond te pompen. Chronische blootstelling aan hoge bloeddruk kan leiden tot het uitrekken en hermodelleren van de hartspier, wat resulteert in een grotere ventriculaire holte.
3. Verlaagde ejectiefractie: De ejectiefractie (EF) is een maatstaf voor de hoeveelheid bloed die het hart bij elke samentrekking uitpompt. Bij hypertensie is het linkerventrikel mogelijk niet in staat bloed zo efficiënt uit te stoten als een gezond hart, wat leidt tot een verminderde ejectiefractie. Dit kan de algehele pompfunctie van het hart in gevaar brengen.
4. Verslechterde diastolische functie: Hypertensie kan ook het vermogen van de linker hartkamer beïnvloeden om te ontspannen en goed te vullen tijdens de diastolische fase van de hartcyclus. Deze verminderde ontspanning kan leiden tot verhoogde druk in de linker hartkamer, zelfs als deze niet samentrekt, een aandoening die bekend staat als diastolische disfunctie.
5. Structurele veranderingen: Hypertensie kan veranderingen in de interne structuren van het hart veroorzaken, zoals verdikking van de mitralisklepbladen en vergroting van het linker atrium, de kamer die bloed uit de longen ontvangt voordat het in de linker hartkamer stroomt.
Deze veranderingen in de linker hartkamer zijn het resultaat van de aanpassing van het hart aan de chronische verhoging van de bloeddruk. Als de hypertensie echter ongecontroleerd blijft, kunnen deze structurele en functionele veranderingen bijdragen aan de ontwikkeling van hartfalen en andere cardiovasculaire complicaties.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win