1. Hartkleppen:
- Mitralis- en tricuspidaliskleppen:deze kleppen bevinden zich tussen de atria (bovenste kamers) en de ventrikels (onderste kamers) van het hart. Tijdens diastole (de ontspanningsfase van het hart) gaan ze open, waardoor bloed vanuit de boezems naar de ventrikels kan stromen. Wanneer de ventrikels tijdens de systole samentrekken, sluiten deze kleppen, waardoor de terugstroom van bloed naar de boezems wordt voorkomen.
- Pulmonale en aortakleppen:deze kleppen bevinden zich aan de uitgangen van de ventrikels. De pulmonale klep regelt de bloedstroom van de rechter hartkamer naar de longslagaders, die naar de longen leidt. De aortaklep regelt de bloedstroom van de linker hartkamer naar de aorta, de belangrijkste slagader van het lichaam. Tijdens de systole, wanneer de ventrikels samentrekken, gaan deze kleppen open zodat het bloed in de slagaders kan stromen. Wanneer de ventrikels ontspannen, sluiten deze kleppen, waardoor het terugstromen van bloed naar de ventrikels wordt voorkomen.
2. Aderkleppen:
Aderen, die het bloed vanuit het lichaam terugvoeren naar het hart, bevatten eenrichtingskleppen die het terugstromen van bloed voorkomen. Deze kleppen zijn vooral belangrijk in de ledematen, waar ze tegen de zwaartekracht in werken om ervoor te zorgen dat het bloed efficiënt naar het hart stroomt. Aderkleppen bestaan uit blaadjes of knobbels die opengaan wanneer het bloed naar het hart stroomt en sluiten wanneer het bloed de neiging heeft om terug te stromen.
De kleppen in de bloedsomloop functioneren passief en reageren op drukveranderingen in het hart en de bloedvaten. Wanneer er afwijkingen of schade aan deze kleppen optreden, kan dit leiden tot hartklepaandoeningen of veneuze insufficiëntie, waarvoor mogelijk medische behandeling of interventie nodig is.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win