- Reabsorptie van zout en water: De nieren helpen de bloeddruk te reguleren door de hoeveelheid natrium (zout) en water te controleren die weer in de bloedbaan wordt opgenomen. Wanneer de bloeddruk laag is, nemen de nieren meer natrium en water opnieuw op, waardoor het bloedvolume en de druk stijgen. Omgekeerd, wanneer de bloeddruk hoog is, scheiden de nieren meer natrium en water uit, waardoor het bloedvolume en de bloeddruk afnemen.
- Renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS): Het RAAS is een hormoonsysteem dat helpt bij het reguleren van de bloeddruk. Wanneer de bloeddruk laag is, geven de nieren renine af, wat een cascade van hormoonreacties veroorzaakt die uiteindelijk leiden tot de productie van aldosteron. Aldosteron zorgt ervoor dat de nieren meer natrium en water reabsorberen, waardoor het bloedvolume en de druk toenemen.
Hart
- Hartminuutvolume: Het hartminuutvolume van het hart, de hoeveelheid bloed die per minuut wordt weggepompt, kan ook de bloeddruk beïnvloeden. Wanneer het hartminuutvolume toeneemt, stijgt de bloeddruk, en wanneer het hartminuutvolume afneemt, daalt de bloeddruk.
- Slagvolume: Het slagvolume, de hoeveelheid bloed die per hartslag uit het hart wordt gepompt, speelt ook een rol bij de bloeddrukregulatie. Een verhoogd slagvolume kan leiden tot een hogere bloeddruk, terwijl een verlaagd slagvolume kan leiden tot een lagere bloeddruk.
- Hartslag: De hartslag, of het aantal keren dat het hart per minuut klopt, kan ook de bloeddruk beïnvloeden. Een snellere hartslag kan tot een hogere bloeddruk leiden, terwijl een langzamere hartslag tot een lagere bloeddruk kan leiden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win