Er is sprake van een polsdeficiëntie wanneer de hartslag gemeten aan de pols (radiale pols) lager is dan de hartslag gemeten door auscultatie (luisteren met een stethoscoop). Een mogelijke reden voor een tekort aan polsslag is atriale fibrillatie, een veel voorkomende hartritmestoornis. Bij atriale fibrillatie kloppen de bovenste kamers (boezems) van het hart onregelmatig en snel, terwijl de onderste kamers (ventrikels) kloppen als reactie op de atriale contracties. Deze onregelmatige hartslag kan het voor het hart moeilijk maken om zich tussen de slagen volledig met bloed te vullen, wat leidt tot een polsslagtekort.