Humaan papillomavirus (HPV) is een veel voorkomend virus dat genitale wratten en bepaalde soorten kanker kan veroorzaken, waaronder baarmoederhals-, vulvaire, vaginale en anale kanker. Behandeling voor HPV-gerelateerde kankers kan een operatie, bestralingstherapie, chemotherapie of een combinatie van deze behandelingen omvatten. De beslissing om al dan niet chemotherapie te ondergaan voor HPV-gerelateerde kanker hangt af van een aantal factoren, waaronder het stadium van de kanker, de algehele gezondheid van de patiënt en de mogelijke bijwerkingen van de behandeling.

Chemotherapie is een vorm van kankerbehandeling waarbij medicijnen worden gebruikt om kankercellen te doden. Chemotherapiemedicijnen kunnen intraveneus (IV), oraal of topisch worden toegediend. IV-chemotherapie is de meest gebruikelijke toedieningsroute voor HPV-gerelateerde kankers.

De bijwerkingen van chemotherapie kunnen variëren, afhankelijk van de gebruikte medicijnen en de individuele patiënt. Enkele veel voorkomende bijwerkingen van chemotherapie zijn misselijkheid, braken, haaruitval, vermoeidheid en diarree. Sommige chemotherapiemedicijnen kunnen ook schade aan het hart, de longen, de nieren en het zenuwstelsel veroorzaken.

De beslissing over het al dan niet ondergaan van chemotherapie voor HPV-gerelateerde kanker moet in overleg met een arts worden genomen.