HIV wordt alleen verspreid via bepaalde lichaamsvloeistoffen van een geïnfecteerde persoon. Deze vloeistoffen zijn bloed, sperma, vaginale vloeistoffen, rectale vloeistoffen en moedermelk. Het wordt niet verspreid via speeksel, zweet of urine. De meest voorkomende manier waarop HIV wordt verspreid is via onbeschermde seks. Het kan ook worden verspreid door het delen van naalden of andere drugsbenodigdheden, door het ontvangen van een bloedtransfusie van een geïnfecteerde persoon, of door orgaantransplantatie van een geïnfecteerde persoon. Er bestaat geen risico om HIV te krijgen door toevallig contact met een geïnfecteerde persoon, zoals handen schudden, knuffelen of het delen van keukengerei.