Bij een HIV-infectie, ook bekend als AIDS (verworven immunodeficiëntiesyndroom), zijn de primaire doelcellen een soort witte bloedcel die CD4+ T-cellen wordt genoemd, ook wel helper-T-cellen genoemd. CD4+ T-cellen spelen een cruciale rol in het immuunsysteem van het lichaam, vooral bij het coördineren en reguleren van de immuunreacties tegen ziekteverwekkers.

HIV, het humaan immunodeficiëntievirus, infecteert en vernietigt CD4+ T-cellen. Hier vindt u een gedetailleerde uitleg over hoe dit gebeurt:

1. Bijlage en invoer: Het HIV-virus heeft een glycoproteïne genaamd gp120 op het oppervlak dat zich bindt aan specifieke receptoren op het oppervlak van CD4+ T-cellen, waaronder de CD4-receptor en een co-receptor (CCR5 of CXCR4). Door deze binding kan het virus zich aan de T-cel hechten.

2. Fusie: Na hechting versmelt de buitenste envelop van het virus met het membraan van de T-cel, waardoor het virale genetische materiaal de T-cel kan binnendringen.

3. Omgekeerde transcriptie: In de T-cel wordt het virale RNA-genoom omgekeerd getranscribeerd in een dubbelstrengige DNA-vorm door een enzym dat reverse transcriptase wordt genoemd.

4. Integratie: Het virale DNA wordt vervolgens geïntegreerd in het eigen DNA van de T-cel met behulp van een ander viraal enzym, integrase genaamd.

5. Transcriptie en vertaling: Het geïntegreerde virale DNA dient als sjabloon voor transcriptie en produceert virale RNA-moleculen. Deze virale RNA's worden vertaald in virale eiwitten, waaronder structurele eiwitten voor nieuwe virusdeeltjes en enzymen die nodig zijn voor virale replicatie.

6. Montage en ontluiken: De virale eiwitten en genomisch RNA assembleren zich om nieuwe HIV-deeltjes te vormen. Deze deeltjes ontkiemen van het oppervlak van de T-cel en verwerven een lipide-envelop die is afgeleid van het T-celmembraan.

7. Vrijkomen en infectie: De nieuw gevormde HIV-deeltjes komen vrij uit de T-cel en kunnen andere CD4+ T-cellen infecteren, waardoor de cyclus van infectie en vernietiging wordt bestendigd.

Naarmate steeds meer CD4+ T-cellen worden geïnfecteerd en vernietigd, raakt het immuunsysteem van het lichaam in de loop van de tijd ernstig verzwakt. Dit schaadt het vermogen van het lichaam om infecties en bepaalde soorten kanker te bestrijden, wat uiteindelijk leidt tot de ontwikkeling van AIDS en verschillende opportunistische infecties of ziekten die verband houden met HIV-infectie.