1. Bijlage: Het Env-complex bestaat uit twee subeenheden:glycoproteïne 120 (gp120) en glycoproteïne 41 (gp41). De eerste stap bij het binnendringen van virussen omvat de hechting van gp120 aan specifieke receptoren op het oppervlak van de gastheercel. Deze receptoren variëren afhankelijk van de HIV-stam, maar omvatten voornamelijk de CD4-receptor en een co-receptor, CCR5 of CXCR4.
2. Conformationele verandering: Na binding aan de CD4-receptor en de co-receptor ondergaat gp120 een significante conformationele verandering, waardoor een hydrofoob fusiepeptide bloot komt te liggen dat zich in gp41 bevindt.
3. Fusie: Het blootgestelde fusiepeptide voegt zichzelf in het gastheercelmembraan in en vormt een fusieporie. Door deze porie kan de virale envelop samensmelten met het gastheercelmembraan, waardoor een directe verbinding ontstaat tussen het virale binnenste en het cytoplasma van de gastheercel.
4. Virale toegang: Het fusieproces leidt tot het vrijkomen van de virale kern, die het genetisch materiaal (RNA-genoom) van HIV bevat, in het cytoplasma van de gastheercel.
Tijdens deze stappen speelt het Env-eiwit een cruciale rol bij het herkennen van en interactie met specifieke gastheercelreceptoren en het bemiddelen in de fusie van de virale en gastheercelmembranen. Daarom is het richten op het Env-eiwit een belangrijk aspect van de ontwikkeling van HIV-vaccins en therapeutische strategieën gericht op het voorkomen of blokkeren van virale toegang.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win