1. HIV kan immuuncellen infecteren en vernietigen. HIV is een retrovirus dat bepaalde soorten immuuncellen target en infecteert, waaronder CD4+ T-cellen, macrofagen en dendritische cellen. Deze cellen zijn essentieel voor het vermogen van het lichaam om infecties te bestrijden, en als ze met HIV zijn geïnfecteerd, kunnen ze niet goed functioneren. Dit kan leiden tot een verzwakt immuunsysteem en een verhoogde vatbaarheid voor andere infecties.
2. HIV kan snel muteren. HIV is een zeer veranderlijk virus, wat betekent dat het zijn genetisch materiaal snel kan veranderen. Dit maakt het moeilijk voor het immuunsysteem om het virus bij te houden en antilichamen te ontwikkelen die er effectief tegen zijn.
3. HIV kan zich verbergen voor het immuunsysteem. HIV kan zich ook verbergen voor het immuunsysteem door zichzelf te vermommen als andere cellen. Dit maakt het moeilijk voor het immuunsysteem om HIV-geïnfecteerde cellen te herkennen en aan te vallen.
4. HIV kan het immuunsysteem onderdrukken. HIV kan ook het immuunsysteem onderdrukken door eiwitten te produceren die de functie van immuuncellen verstoren. Dit kan het immuunsysteem verder verzwakken en het nog moeilijker maken om infecties te bestrijden.
Om deze redenen zijn antilichamen en fagocyten niet effectief tegen AIDS. Dit is de reden waarom mensen met AIDS vatbaarder zijn voor andere infecties en waarom AIDS een levensbedreigende ziekte is.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win