Kunstmatig geïmplanteerde baby's krijgen geen HIV/AIDS van de positieve moeder. Dit komt omdat de baby tijdens de implantatieprocedure niet wordt blootgesteld aan het bloed of de lichaamsvloeistoffen van de moeder. In plaats daarvan wordt het embryo bevrucht in een laboratoriumschaaltje en vervolgens in de baarmoeder van een draagmoeder geïmplanteerd. Dit betekent dat de baby geen direct contact heeft met het bloed of de lichaamsvloeistoffen van de moeder en dus niet besmet kan raken met HIV/AIDS.