HIV richt zich voornamelijk op een type witte bloedcel, CD4+ T-cellen genaamd, en put deze uit, ook bekend als helper-T-cellen, die een cruciale rol spelen in het immuunsysteem van het lichaam. HIV infecteert en vernietigt specifiek deze cellen, waardoor het vermogen van het immuunsysteem om infecties te bestrijden wordt verzwakt, waardoor individuen vatbaarder worden voor verschillende opportunistische infecties en ziekten. Naarmate de infectie aanhoudt, blijft het aantal CD4+ T-cellen afnemen, wat leidt tot de ontwikkeling van het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS), het meest geavanceerde stadium van HIV-infectie, waarbij het immuunsysteem ernstig wordt aangetast.