1. Seksueel contact :HIV kan worden overgedragen via onbeschermde seks (vaginaal, anaal of oraal) met een geïnfecteerde persoon. Tijdens seks kunnen de lichaamsvloeistoffen van de geïnfecteerde persoon, zoals sperma, vaginaal vocht of rectaal vocht, hoge niveaus van HIV bevatten en in de bloedbaan van de niet-geïnfecteerde partner terechtkomen, wat tot een infectie kan leiden.
2. Bloedtransfusie :HIV kan worden overgedragen via bloedtransfusies of bloedproducten als het gedoneerde bloed besmet is met het virus. Dit risico is nu echter zeer laag in de ontwikkelde landen als gevolg van de strenge screening van bloeddonaties.
3. Het delen van naalden en medicijnbenodigdheden :Het delen van naalden, spuiten of andere drugsgerelateerde apparatuur met een geïnfecteerde persoon kan leiden tot overdracht van HIV. Wanneer meerdere mensen dezelfde naald of andere apparatuur gebruiken, kan zelfs een kleine hoeveelheid besmet bloed het virus van de ene persoon op de andere overbrengen.
4. Overdracht van moeder op kind (perinataal) :HIV kan worden overgedragen van een besmette moeder op haar kind tijdens de zwangerschap, bevalling of borstvoeding. Zonder de juiste medische zorg en interventies kan het risico op overdracht van moeder op kind aanzienlijk zijn.
Het is belangrijk op te merken dat HIV niet wordt verspreid via toevallig contact, zoals aanraken, handen schudden, keukengerei delen of in dezelfde kamer zijn met een geïnfecteerde persoon. Het virus kan alleen via specifieke lichaamsvloeistoffen en onder bepaalde omstandigheden worden overgedragen.
Het voorkomen van HIV-overdracht houdt in dat er sprake is van veilige seks (het gebruik van condooms), het vermijden van het delen van naalden en drugsparafernalia, en het zorgen voor een goede screening van bloedtransfusies. Bovendien kunnen zwangere vrouwen met hiv medische zorg en behandeling krijgen om het risico op overdracht van het virus op hun kind te minimaliseren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win