1. Toetredingsremmers :Deze medicijnen blokkeren de toegang van HIV tot gastheercellen. Ze richten zich op specifieke eiwitten op het oppervlak van het virus of de gastheercel die betrokken zijn bij het initiële hechtings- en binnenkomstproces. Voorbeelden van toegangsremmers zijn maraviroc en enfuvirtide.
2. Omgekeerde transcriptaseremmers (NRTI's) :NRTI's remmen het reverse transcriptase-enzym, dat verantwoordelijk is voor het omzetten van het enkelstrengige RNA-genoom van HIV in dubbelstrengig DNA. Dit DNA wordt vervolgens geïntegreerd in het DNA van de gastheercel, waardoor HIV zich kan vermenigvuldigen en verspreiden. NRTI's concurreren met de natuurlijke nucleotiden die worden gebruikt door reverse transcriptase, wat leidt tot de beëindiging van de DNA-synthese en het voorkomen van de vorming van infectieus viraal DNA. Voorbeelden van NRTI's zijn tenofovir, zidovudine en emtricitabine.
3. Niet-nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NNRTI's) :NNRTI's richten zich ook op reverse transcriptase, maar ze binden aan een andere plaats op het enzym. Ze werken door conformationele veranderingen te veroorzaken die het vermogen van het enzym om DNA te synthetiseren verstoren, wat leidt tot de productie van defecte virale genomen. Voorbeelden van NNRTI's zijn efavirenz, nevirapine en rilpivirine.
4. Integraseremmers :Integraseremmers blokkeren de activiteit van het integrase-enzym, dat essentieel is voor de integratie van het virale DNA in het genoom van de gastheercel. Door integrase te remmen, voorkomen deze medicijnen de vorming van nieuwe infectieuze virusdeeltjes. Voorbeelden van integraseremmers zijn raltegravir, elvitegravir en dolutegravir.
5. Proteaseremmers :Proteaseremmers richten zich op het protease-enzym, dat verantwoordelijk is voor het splitsen van virale eiwitten in kleinere, functionele subeenheden die essentieel zijn voor de assemblage van nieuwe virionen. Door protease te remmen, voorkomen deze medicijnen de rijping en het vrijkomen van infectieuze HIV-deeltjes. Voorbeelden van proteaseremmers zijn lopinavir, ritonavir en darunavir.
Door meerdere medicijnen met verschillende doelwitten en werkingsmechanismen te combineren, wil HAART de replicatie van HIV onderdrukken en de virale last in het lichaam verminderen. Dit kan helpen de immuunfunctie te herstellen en in stand te houden, de ontwikkeling van opportunistische infecties en kwaadaardige aandoeningen die verband houden met AIDS te voorkomen, en de algehele gezondheid en levensduur van mensen met HIV te verbeteren.
Het is belangrijk op te merken dat HAART een HIV-infectie niet geneest, en dat levenslange medicatie noodzakelijk is om de virale onderdrukking in stand te houden en de ontwikkeling van resistentie tegen geneesmiddelen te voorkomen. Regelmatige monitoring van de virale last en resistentietests zijn essentiële componenten van het HAART-management om de voortdurende effectiviteit ervan te garanderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win